Het c++ programma NIO3.CCP werkt zo: Eerst wordt een class gemaakt waarin de benodigde subroutines en variabelen worden gedefinieerd. Daarna wordt het bestand SPEL.IN gelezen. Er wordt een virtueel bord gemaakt en de stenen worden erop "geplaatst". Vervolgens wordt er per punt bepaald hoeveel "punten" er aan een punt worden toegekend. Om het aantal "punten" te bepalen zijn verschillende subroutines benodigd. Er wordt allereerst gekeken om de hoeveelste zet het gaat. Als het om een van de eerste zes zetten gaat, worden eerst de veilige plaatsen bezet, dwz. B2, B5, E2, E8, H2, H5, behalve als de tegenstander zijn steen in een hoek plaatst. Daarna krijgt elk punt een bepaalde waarde. Als er al een steen staat op een punt, krijgt dit punt de waarde nul. Hoe meer stenen een bepaald punt omgeven, hoe lager de waarde van dat punt wordt. Als een steen van degene die aan zet is bedreigd wordt, dwz. door 5 stenen (incl. rand) omsloten wordt, wordt gekeken of het zinvol is deze steen te verplaatsen. Dat is als de enige lege plek naast de steen dan niet door 6 stenen omsloten wordt. De uiteindelijke uitvoer wordt dan een steen plaatsen op het punt met de hoogste waarde, dus een letter en een cijfer, of een steen verplaatsen. Deze uitvoer wordt weggeschreven naar het bestand SPEL.UIT . Remko Bijker & Helena van Ipenburg |